Weggestuurde bankmedewerker komt steeds lastiger aan de bak

Alle berichten over personeelstekorten ten spijt: werknemers die hun baan verliezen bij banken en verzekeraars, komen steeds moeilijker aan nieuw werk, zo blijkt uit een rondgang langs praktijkexperts. De financiële wereld scoort bedroevend op het gebied van re-integratie, en de achterstand op andere sectoren wordt alleen maar groter.

Van de mensen die in 2016 werkloos werden in de financiële sector, vond slechts 27% binnen een jaar weer iets anders, afgezet tegen het gemiddelde van 63%. Dat blijkt uit de jongste cijfers van uitkeringsinstantie UWV. In 2014 vond 38% nog binnen een jaar ander werk. En volgens banken, vakbond en re-integratiebedrijven wordt de nood hoger.

De lage baankansen voor medewerkers van banken en verzekeraars zijn direct terug te voeren op de digitalisering en automatisering, waarmee tienduizenden banen zijn verdwenen. Hierdoor keerde in de eerst helft van 2017 nog slechts 9% vanuit een uitkering terug naar de branche. Mensen in administratieve functies en met lagere opleidingsniveaus hebben een verhoogd risico. Ook voor mensen met veel jaren in vaste dienst en 50-plussers is het perspectief vaak somber, zegt Rob Witjes, hoofd arbeidsmarktinformatie bij het UWV. Van die laatste categorie vindt nog maar één op de tien mensen binnen een jaar überhaupt nieuw werk.

Kunstmatige intelligentie

Woordvoerders van grootbanken ING en ABN Amro bevestigen dat ze steeds meer boventallige werknemers naar andere sectoren begeleiden, aangezien functies gelijktijdig verdwijnen door de hele sector heen. ‘Als iets eenvoudig te digitaliseren is, dan is het een kwestie van tijd tot het gebeurt’, vult bestuurder Emanuel Geurts van vakbond De Unie aan. ‘Functies op mbo-niveau gaan er helemaal uit. Maar het kan ook een beleggingsspecialist overkomen. Daar heb je kunstmatige intelligentie voor. Dat soort ontwikkelingen maakt dat bankmedewerkers er niet van uit kunnen gaan dat ze onmisbaar zijn.’

Werklozen uit de sector houden relatief lang de hoop dat ze hun oude beroep kunnen blijven beoefenen terwijl ze eigenlijk meteen moeten gaan praten over een compleet andere richting, zegt Witjes van het UWV. ‘Vaak is men aanvankelijk zelfverzekerd: ik vind wel iets. Als je ergens heel lang hebt gezeten in een comfortabele positie, dan kan dat tegen je werken. Terwijl er wel van alles en nog wat wordt gedaan om je inzetbaar te houden.’

Mobiliteitscentra

Dat de sector relatief slecht scoort op re-integratie, ligt niet aan de middelen, wil Witjes maar zeggen: alle grote banken en verzekeraars beschikken over mobiliteitscentra met serieuze budgetten, al dan niet bemand door professionele partijen als Randstad. Ze hebben een arsenaal aan loopbaancoaches, arbeidsmarktwaardescans en mobiliteitsadviseurs. ABN bijvoorbeeld trekt tot €5000 per persoon uit voor outplacement, en biedt alle medewerkers in ‘de gevarenzone’ 10% vrijstelling om aan eigen ontwikkeling te besteden. Werknemers geboren voor 1962 gelden als extra kwetsbaar, en krijgen nog een extra vergoeding.

Lang uitzingen

De erfenis van vastigheid, royale sociale plannen en relatief hoge salarissen spelen de sector echter parten, zegt Petra van de Goorbergh, directeur van de branchekoepel Oval voor re-integratiespecialisten. ‘Veel veertigers en vijftigers in deze doelgroep kunnen rustig een paar jaar vooruit. Ze komen pas in beweging ruim nadat ze uit dienst zijn getreden.’

Een woordvoerder van ING: ‘Ze zijn goed betaald en hebben vaak spaargeld. Ze kunnen het langer uitzingen. Maar de baan voor het leven is in onze sector echt achterhaald. Daarom stimuleren we inmiddels alle medewerkers om niet alleen na te denken over een toekomst binnen ING, maar ook erbuiten.’

Het voortschrijdend inzicht bij de banken is dat werknemers beter niet te lang in de veilige omgeving van een begeleidingstraject kunnen blijven zitten met behoud van salaris: dan blijven ze erin hangen. ‘Hoe langer het duurt, des te moeilijker het wordt’, zegt Suzanne Schenk, hoofd arbeidsverhoudingen bij ABN Amro. De grote banken hebben dan ook met de bonden afgesproken dat de trajecten sterk worden verkort: voorheen duurden die tot een jaar, nu enkele maanden. ABN Amro haalt ook een deel van de ontslagvergoeding naar voren, om die al besteedbaar te maken voor beëindiging van het dienstverband.

Verdere professionalisering is pure noodzaak, zegt Geurts van De Unie. Hij zegt dat slechts tussen 10% en 20% van de deelnemers aan het eind van de begeleiding nieuw werk heeft. ‘Daar blijft het al jaren steken. Daar kun je niet tevreden mee zijn.’ Geurts dringt aan op meer maatwerk. ‘Het is een eenheidsworst. Dat helpt de motivatie niet.’ Er is al veel maatwerk mogelijk, werpen de banken tegen.

Uitbesteden

ING trekt de conclusie dat het eigen mobiliteitscentrum niet meer opgewassen is tegen de opdracht, en besteedt diens taken uit aan externe partijen, zo bevestigt de bank. Randstad, Right Management en Menea nemen de rol over. Daarbij gaat ‘een gering’ aantal banen verloren. Andere banken brachten hun centra al eerder naar gespecialiseerde partijen. Een noodzakelijke stap nu de instellingen bijna per definitie over de muren van de eigen sector heen moeten kijken, zegt Van de Goorbergh van Oval: ‘De meerwaarde is meer specialistische kennis, en de koppeling met uitzenders, coaches en detacheerders die al in andere sectoren actief zijn.’

Na een baan bij de bank volgt langdurige werkloosheid

Er is nog een wereld te winnen, zegt Martijn Sickenga van Right Management. ‘Sociale plannen waren traditioneel lang en meeslepend, terwijl mensen in mijn ervaring beter geholpen zijn wanneer ze meteen een nieuwe stap zetten. De kern van onze boodschap aan deelnemers is: de oplossing ligt niet in de wereld waar je vandaan komt.’ Het is ‘bittere noodzaak’ om een cultuur te creëren waarbij de werkvloer daar dagelijks over praat, aldus Sickenga. ‘Er is veel geld vrijgemaakt, maar nog weinig echte stimulans voor het vinden van een nieuwe baan. Je kunt het allemaal opschrijven in cao’s en sociale plannen. Maar papier is geduldig.’

De bankensector is de enige die voor het elfde jaar op rij krimpt. Waren er in 2007 nog 284.000 banen, in 2020 bedraagt het aantal 222.000, voorspelt het UWV. De overgebleven banen verschillen ook nog eens radicaal met die van tien jaar geleden: de debiteurenadministrateur gaat eruit, de datascientist komt erin. Minder dan een op de tien vertrokken bankmedewerkers keert terug naar de sector.

Banken hebben onvolledig zicht op waar de vertrekkers terechtkomen. Dat komt omdat velen kiezen voor het zzp’schap of begeleiding door hun oude werkgever afwijzen. Een ING-woordvoerder ziet wel dat velen een radicale overstap maken. ‘We zien mensen die ijssalons en restaurants openen, maar ook mensen die dj worden. We proberen dat zelf ook te volgen omdat het goed is voor de inspiratie.’

Bron: Financieel Dagblad, 18 juli 2018

 

Recent Posts

Start typing and press Enter to search